GEMEENTEN JAREN ZOET MET NIEUWE GENERATIE VLUCHTELINGEN

naamloos

Op het Centraal Station in Amsterdam wijst een agent een zojuist gearriveerde vluchteling de trein richting Ter Apel Esther Walstra25 sep 2015 Reageer
De VNG waarschuwt gemeenten nu al goed na te denken over de volgende grote stap in de vluchtelingenkwestie. Noodopvang realiseren is een megaklus, maar het is nog niets vergeleken bij wat de gemeenten de komende jaren te wachten staat. Het volgende traject, de integratie, moet namelijk uit de eigen vaak schamele gemeentekas moet komen.
Boedapest ver weg
Het is inmiddels een vertrouwd tafereel op het hoofdstedelijke Centraal Station. Een jonge mannelijke asielzoeker met Afrikaans uiterlijk, backpack op de rug, tentje in de hand, belt aan bij het kantoor van de spoorwegpolitie. De deur in blijft eerste instantie dicht. Cao-acties blijken daar de reden voor. Maar wanneer de opgetogen jongen “refugee” in de intercom roept gaat de deur van het slot. Hij wordt binnengelaten, tekent een formulier en ontvangt een dagkaartje voor de trein. Een enkeltje aanmeldcentrum in Ter Apel. Het is rustig op perron 1. Toeval, want tegenwoordig staat er veel vaker een rij vluchtelingen te wachten op een ticket voor het laatste parcours van hun reis. Een hulpvaardige agent heeft tijd om de Afrikaan via de roltrap naar de drukke stationshal te begeleiden. Hij wijst hem het juiste perron: 10A richting Zwolle en daar overstappen naar Emmen. Vervolgens de bus naar Ter Apel en daar overstappen op de speciale pendelbus naar het aanmeldcentrum. Het station van Boedapest is wel erg ver weg, letterlijk en figuurlijk. De NS heeft zelfs de toiletjuffrouwen van Amsterdam CS op stand-by gezet voor het geval er buiten openingstijden vluchtelingen stranden. In het holst van de nacht zijn de openbare toiletten binnen 30 minuten operationeel, als het moet.

Integratiebeleid afstoffen
Maar met een voortreffelijke logistiek en gastvrije opvang ben je er nog lang niet. Sterker nog, dit is slechts het begin van een lange en vooral dure weg. Er landt op dit moment een hele nieuwe generatie vluchtelingen in de Nederlandse gemeenten. De tijd lijkt gekomen om het aloude integratie- en inburgeringsbeleid weer af te stoffen. Groot verschil met vroeger: daar zijn dit keer geen potjes voor. ‘Gemeenten zijn in een heel lastig pakket gekomen,’ bevestigt integratiedeskundige Peter Scholten. Hij is directeur van IMISCOE, een internationaal netwerk van instituten op het gebied van migratie en integratie. ‘Aangezien we de illusie kunnen laten varen dat deze vluchtelingen ooit weer terugkeren moet deze nieuwe generatie gaan integreren in onze samenleving. Vroeger kon de burgemeester dan teruggrijpen op geld, onderwijs, instituties, kennis en huisvesting. Dat kan nu dus niet,’ waarschuwt Scholten, ‘Gemeenten staan echt voor een hele ingewikkelde, zo niet onmogelijke opgave.’ Hij adviseert gemeenten dan ook de lobby richting Den Haag flink op te voeren. ‘Er komt nu iets af op de gemeenten waar ze totaal niet op voorbereid zijn. Integratie staat niet meer op de radar van Den Haag, dat heeft ook met het politieke klimaat te maken.’

Nieuwe start
Vluchtelingenwerk Nederland drukt gemeenten op het hart om van het algemene beleid af te stappen en weer doelgroepenbeleid in te voeren. ‘De vluchtelingen zijn in het begin op een bijstandsuitkering aangewezen,’ vertelt Erna Lensink van Vluchtelingenwerk, ‘maar die is vooral bedoeld als vangnet. Voor vluchtelingen is zo’n uitkering helemaal geen vangnet, maar juist een nieuwe start. Dat vraagt een hele andere benadering. De Work First-aanpak of een verplichte tegenprestatie terwijl ze de taal nog niet kennen heeft bijvoorbeeld helemaal geen zin.’ Verder adviseert Vluchtelingenwerk de gemeenten om vooral met de mensen om wie het draait in contact te komen. ‘Praat niet alleen óver ze, maar ook mét ze. Vraag wat ze nodig hebben, wat ze willen, dat werkt het beste.’

Communicatie
Volgens Lensink rust er nóg een essentiële verantwoordelijkheid op de schouders van de gemeente, namelijk de communicatie naar de buitenwereld. ‘Gemeenten moeten zich echt inzetten voor het behoud van draagvlak,’ pleit ze. ‘Er zijn gelukkig veel hartverwarmende reacties op de komst van de asielzoekers. Maar er zijn uiteraard ook negatieve geluiden. Dat de vluchtelingen alle huizen innemen bijvoorbeeld. Gemeenten moeten dan duidelijk maken dat de woonhuisvesting al een probleem was voordat de vluchtelingen er waren, dat het niet aan hen ligt.’


Kinderen moeten naar school
De VNG is ondertussen druk bezig met anticiperen op een toekomst van gemeenten die vele duizenden extra vluchtelingen telt. Er worden momenteel gesprekken gevoerd met verschillende ministeries. ‘Met Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de integratie,’ legt een woordvoerder uit, ‘en met OCW over onderwijs. Dat is namelijk een van de eerste zaken waar de gemeente mee te maken krijgt. De kinderen moeten zo snel mogelijk naar school.’ Daar gaat de sectororganisatie primair onderwijs over (PO-Raad). Die is inmiddels ook in actie gekomen. ‘Scholen kunnen de opvang nu nog maar nauwelijks aan,’ meldt de PO-Raad. ‘Teveel basisscholen zijn niet zijn voorbereid op een dergelijke grote instroom van asielkinderen. Zo dreigt onder meer een tekort aan schoollocaties, gespecialiseerde NT2-leerkrachten en lespakketten.’ De eerste stap in de Nederlandse samenleving wordt namelijk de kinderen van de vluchtelingen gezet; zodra een kind een status krijgt moet die binnen drie dagen onderwijs krijgen volgens het Kinderrechtenverdrag. En dat is in Nederland momenteel dus een acuut probleem.