Han Wanders: “Er kan geen enkele woning meer af! “

db61396f-4f6f-49ea-bf40-5d6f17d30a29

Beste mensen,
Hiermee reageer ik op de “nieuwe” oplegger.
Veel is daar niet nieuw aan, in hoofdzaak heeft men de volgorde wat veranderd.
Wel is nieuw dat het een gezamenlijke oplegger is van gemeente en Algemene Federatie van Woning Corporaties en dat passages rond de particuliere voorraad er uit zijn (dit was voorgesteld door AFWC, het geeft overigens overigens wel aan hoe ze erin zitten!!).
De “nieuwe” oplegger holt (wederom) de inzet zoals dat in punt. 13 van het samenwerkingsakkoord is afgesproken uit.
Het een weergave van bestaand beleid en vooral gericht op het “bagatelliseren” van de afname van het sociale corporatiebezit in de gebieden.
Met als “sausje” erover heen: er is discussie geweest, doen onderzoek, kijken naar…., creatieve ideeën verzamelen etc.
Als je kijkt naar het totaal aantal sociale huurwoningen in corporatiebezit in de gebieden ( op basis van de cijfers en beleid die door het AFWC is aangeleverd): Centrum West, Centrum Oost, Oud West/de Baarsjes, Oud Zuid, Rivierenbuurt/de Pijp en Buitenveldert/Zuidas dan daalt het corporatiebezit van 45.491 sociale corporatiebezit per 1 januari 2016 naar 44.132 sociale huurwoningen per 1 januari 2019.
Een daling van (weer) 1.359 sociale huurwoningen bovenop de forse dalingen van de afgelopen jaren.
Je zou dus ook kunnen zeggen dat het sociale corporatiebezit over deze periode, in bovengenoemde gebieden/wijken, nog eens met 3% daalt
Het is maar hoe je rekent.
De daling in de 6 gebieden komt doordat er jaarlijks (verwachting) 454 woningen worden verkocht en 139 geliberaliseerd.
Daartegenover staat de verwachting een jaarlijkse aangroei van 65 “reguliere” sociale huurwoningen en 77 studentenwoningen door met name nieuwbouw.
Bij mijn berekening zijn de 77 studentenwoningen ook meegeteld als sociale huurwoning (zou je die niet meetellen dan is de afname nog hoger).
Ondertussen zie je een stijgende doelgroep en is de omvang gestegen naar 214.387 huishoudens met een bruto jaarinkomen tot 34.911 Euro (WIA 2015), daarnaast nog eens 23.774 huishoudens met een bruto jaarinkomen tussen 34.911 en 38.950 Euro totaal: 238.161 huishoudens die op grond van hun inkomenspositie aanspraak kunnen maken op een (zelfstandige) sociale huurwoning. (cijfers WIA 2015).
Het aantal zelfstandige sociale huurwoningen in corporatiebezit per 1 januari 2016 (AFWC cijfer per mail gestuurd naar Gemeenteraad 11 juli 2016): 166.191 woningen met sociaal huurcontract.
Men weet dat de particuliere sociale woningvoorraad enorm  daalt (zie ook analyse samenwerkingsakkoord), juist in die bovengenoemde gebieden met een gemiddeld hoge woz- waarde.
Het aantal actief woningzoekenden is gestegen van 47.359 in 2014 naar ruim 53.000 in 2015.
Bij elke leeg gekomen woning is het gemiddelde aantal reacties Amsterdam 2015: 242 reacties  (in 2014: 180  in 2013: 179)
In zuid is het gemiddelde aantal reacties gestegen in 2015 naar 321, in 2014 was dat 268, in 2013 was het aantal 174
In centrum gemiddeld 345 reacties op een leeg gekomen woning in 2015, in 2014 was dat aantal 232.
Bij loting van een woning was het gemiddelde aantal reacties in zuid 1.829, in centrum 1.911.
En wat zeggen gemeente en corporaties: er is geen acuut probleem, “schaarste” aan sociale huurwoningen hoe kom je erbij?
Ben je woningzoekenden en vooral in bovengenoemde buurten, als je maar lang genoeg wacht kom je vanzelf aan de beurt.
Bewust wordt de “kop in het zand gestoken”.
En de gemeente wil die “hete aardappel” op het bordje leggen van een ander (bestuurscommissies).
Te schandelijk voor woorden eigenlijk!
En de HA proberen ze met de oplegger “mede eigenaar” van deze lijn te maken.
Een verdere uitholling van de sociale woningvoorraad verkleint de kans voor woningzoekenden met een bescheiden inkomen op een betaalbare woning.
Het perspectief van een woningzoekende ligt in het aanbod, wanneer die “verschraald” wordt ze steeds meer “kansarmer”.
Daarom geen verdere daling, zeker in deze gebieden, van het sociale corporatiebezit.
Er kan geen enkele woning meer af!
In de genoemde gebieden zou een start gemaakt worden in deze periode om het aantal sociale huurwoningen in corporatiebezit op te “krikken”.
Men zou met voorstellen komen.
Verkoop en liberalisatie zou alleen aan de orde zijn omwille van de leefbaarheid. (tekst punt 13 samenwerkingsakkoord laatste alinea: “Soms kan er omwille van de leefbaarheid aanleiding zijn toch tot verkoop of liberalisatie over te gaan” PS. Juist verkoop vergroot het gevaar voor aantasting van de leefbaarheid, denk alleen maar aan AIrib ).
Conclusie:
De oplegger voldoet niet aan het gestelde wat in punt 13 van het samenwerkingsakkoord wordt beoogd.
Namelijk te komen tot een groeimodel dat in ieder geval start binnen de termijn van het samenwerkingsakkoord.
Basis van zo groeimodel is in ieder geval dat je behoud wat je hebt aan sociaal bezit en voorwaarden schept om dat te vergroten.
Een beleid dat de buurten toegankelijk houd voor mensen met een bescheiden inkomen en de positie van woningzoekenden “kansrijker” maakt.
Ik heb geen illusie dat met wat plakken en knippen de “nieuwe oplegger” in die zin te veranderen is.
Beste groet,
Han Wanders