Marnixstraat 390; Illegaal hotel?
Beste buren,
Afgelopen dinsdag was het eindelijk zo ver, de rechtszitting over het pand Marnixstraat 390.
Waar ging het ook alweer over?
In maart 2014 heeft de eigenaar van het pand, kroeg- en hotelbaas Marcel van Breda, een shortstay-vergunning gekregen voor alle etages in het pand, én voor de etages boven zijn kroeg in Marnixstraat 401. ‘Shortstay’ wil zeggen dat je een appartement voor minimaal 7 dagen en maximaal een half jaar mag verhuren, en is vooral bedoeld voor expats die hier stage komen lopen of tijdelijk komen werken.
Wij (Astrid, Hermi en ik) maakten namens velen van jullie (21 omwonenden) bezwaar tegen het gemeentelijke besluit. Door de komst van het Delamartheater moesten er al twintig woningen in ons blok wijken en zijn we nu als bewoners zwaar in de minderheid. We wilden niet dat er nóg meer woningen werden opgeofferd aan andere bestemmingen. Bovendien is dit ons door diverse politici en ambtenaren ook toegezegd. Dit omwille van de leefbaarheid en de sociale cohesie, niet alleen in ons eigen blok, maar ook in de Amsterdamse binnenstad in het algemeen. Het feit dat Van Breda aan de overkant van de Marnixstraat al voor zoveel geluidsoverlast zorgde met zijn twee kroegen en nu ook nog eens binnen ons woonblok zijn ondernemersdrang met nog meer geluidsoverlast wilde gaan uitleven, maakte het voor ons des te wranger.
Na de bezwaarprocedure heeft de gemeente in de zomer van 2014 besloten om de shortstay-vergunning voor de begane grond en het souterrain in te trekken, maar voor de overige etages helaas te handhaven.
Zowel de vergunninghouder als wij zijn toen in beroep gegaan, Van Breda omdat hij de shortstay-vergunning voor de beneden-etages terug wil krijgen, wij omdat we juist willen dat de vergunningen ook voor de overige etages worden ingetrokken.
Tijdens de zitting dinsdag hoorde de rechter de verhalen van de beide advocaten, belanghebbenden en van de gemeente aan. De uitspraak volgt over zes weken. En zo hoort het ook. We leven in een rechtsstaat.
Maar er speelt ondertussen nog iets anders. Vanaf het moment dat Van Breda zijn shortstay-vergunning binnen had, dus vanaf maart 2014, hadden we als directe buren “dankzij” de overlast een sterk vermoeden dat de etages voor veel korter dan het verplichte minimum van een week werden verhuurd. Toen we Van Breda hierop aanspraken, antwoordde hij ontwijkend. Ook weigerde hij ons te vertellen waar hij precies adverteerde voor zijn shortstay-appartementen.
We zijn toen zelf maar gaan speuren op het internet. Na veel moeite hadden we eindelijk beet. Op de airbnbsite worden de appartementen van Marnixstraat 390 (en 401) allemaal aangeboden voor een minimumverblijf van slechts 3 nachten (zie bijlage). En dat mag niet volgens de shortstayregels. Punt uit.
Maar bovendien mag Airbnb slechts als je er zelf woont, en dan voor maximaal 60 dagen per jaar.
Ik heb hierover geklaagd, niet alleen omdat we door het komen en gaan en de nachtelijke herrie van lang-weekend toeristen extra geluidsoverlast ondervonden, maar vooral ook vanwege een veel principiëler punt: Van Breda heeft een shortstay-vergunning aan de gemeente weten te ontfutselen, om vervolgens zijn panden doodleuk als illegale toeristenhotels te exploiteren. Zo probeert hij de hotelkamer-stop die voor onze buurt geldt te omzeilen, daarbij profiterend van het feit dat de gemeente nauwelijks aan handhaving doet. Al anderhalf jaar verdient hij dik aan deze illegale praktijken, ondanks herhaaldelijke klachten bij de instanties die erover gaan. Uiteraard heb ik de gemeente ook geattendeerd op de airbnb-advertenties. Het hielp tot nu toe allemaal niets.
Pas afgelopen maandag, de dag voor de rechtszitting, is de gemeente eindelijk een keertje komen controleren, en ja hoor, ze trof op verschillende etages van het pand toeristen aan. Maar dat niet alleen. De toeristen lieten ook nog eens een brief zien, met instructies van de verhuurder dat ze in het geval van een controle moesten zeggen dat ze er langer dan een week verbleven. Net als de schaamteloze airbnb-advertenties bewijst de brief dat Van Breda de regels willens en wetens overtreedt. De gemeente bevestigde dit overigens tijdens de rechtszaak.
Alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is: de controleurs waren nog niet vertrokken of Van Breda stond bij mij op de stoep, witheet van woede. Het was maar goed dat mijn bovenburen Alma en Bert thuis waren, en dat Bert erbij kwam staan, zo agressief en dreigend ging hij tekeer.
Ik was een vuile NSB’er, schreeuwde hij. En als zijn shortstay-vergunning werd ingetrokken, dan zou hij wraak nemen door zijn pand te verhuren aan luidruchtige studenten of Hell’s Angels. Hij zou iedereen het leven zuur maken. En het zou gedaan zijn met de rust in onze binnentuin!
Nu zal het hopelijk niet zo’n vaart lopen met die Hell’s Angels, maar ik vond het gedrag van Van Breda dermate stuitend dat ik jullie ervan op de hoogte wilde stellen. Ik heb het incident meteen gemeld bij de afdeling van de gemeente die over illegale toeristenhotels gaat. Helaas werd ik daar weer van het kastje naar de muur gestuurd. Daarom ga ik nu ook maar aangifte bij de politie doen. Bovendien stuur ik een kopie van deze brief aan de fracties van de politieke partijen, de huurdersvereniging, aan het gemeentebestuur en aan de redactie van Het Parool, zodat ze eens kunnen lezen waartoe het zwakke handhavingsbeleid van de gemeente kan leiden.
Op diverse buurtbijeenkomsten heb ik burgemeester Van der Laan horen zeggen dat de gemeente er alles aan doet om de binnenstad leefbaar te houden voor haar bewoners. Maar als de gemeente tegelijkertijd de laatste beschikbare woningen in de binnenstad “van rechtswege” verkwanselt aan wildwest-figuren zoals de heer Van Breda, dan laat ze diezelfde bewoners lelijk in de kou staan.
Als jullie nog vragen hebben, mail of bel me dan gerust!
Met vriendelijke groeten,
Phil Schogt